maandag 24 juli 2017

Verspild talent (1)


Het was een drama. Iedereen in het stadion en op tv zag het gebeuren. Talentvol voetballertje Nouri van Ajax zakte ineen op het veld. Paniek alom. Verzorgers en artsen erbij. Reanimatie moest eraan te pas komen. Een hartstilstand was de veroorzaker. Een opluchting achteraf dat zijn hart het weer deed. Nu zou hij weer kunnen herstellen. Helaas. Het lijkt erop dat zuurstoftekort een ernstig hersenletselschade heeft veroorzaakt. Iedereen die hem enigszins kende in diepe treurnis. Een talent is verloren gegaan. Een talent is verspild.

Wat is het erg om mee te maken als talentvol persoon dat je door de omstandigheden wordt ingehaald. Vandaag las ik een interview met Robbie de Wit, in onze tijd dè talentvolste speler van de generatie Van Basten en Gullit. Van het gouden team dat de EK 1988 won. Hij zou er ook bij zijn geweest. Ware het niet dat hij na de eerste kwalificatiewedstrijd werd getroffen door een hersenbloeding. Einde carrière, ook al leek het even dat hij, door zijn talent en doorzettingsvermogen, nog terug kon komen. Helaas, een inschattingsfout en slecht reageren van zijn lichaam op een laserexperiment gaven een terugval waardoor hij nooit meer kon voetballen. Stop er maar mee, zeiden zijn leidinggevenden trainer Ronald Spelbos en technisch directeur Johan Cruijff.

Einde verhaal. Einde talent. Verspild talent. Geen hoop op iets nieuws. Waar je altijd goed in was, is je ontnomen.

Verspild talent. Heel soms komt dat doordat het lichaam niet meer meewerkt. Door hartfalen of een hersenbloeding. Maar zoveel vaker wordt verspild talent veroorzaakt door eigen falen. Door allerlei oorzaken die ik hieronder zal bespreken.

Talent niet ontdekt
Verspild talent kan komen doordat het niet wordt ontdekt. Het voetballertje dat het op straat leuk vindt om te voetballen. Anderen vinden hem een geweldig spelertje. Maar zijn ouders zijn onsportief en hebben er geen oog voor. Niemand in de buurt die er oog voor heeft. Geen toevallige scout die voorbij komt. Vaak ook: geen ambitie om iets echt te willen. Talent wordt ook vaak niet ontdekt door onzekerheid. Dichtbij zijn iets betere spelers. Laat mij dan maar gewoon op straat voetballen. En ja, als je dan ook geen mensen om je heen hebt die ambitieus zijn, die je sterk stimuleren, dan blijf je het houden op het leuke spelletje dat niet meer is dan dat.

Ambitieloos
Spelers die wel worden ontdekt, kunnen ook gaan aanmodderen. Komen in een groep waarin veel voetbalhumor is. De humor is er, de ambitie is er niet. Om je heen zijn er voetbalvrienden die het ook leuk vinden om leuke dingen te doen. Je bent jong en je wilt wat en je bent getalenteerd. Nou, dan ga je erop uit. Uit met vrienden met veel alcohol. En talenten, daar zwermen massa's meisjes omheen, zeker als het talent er dan ook nog leuk uitziet. Lang leve de lol, lang leve het plezier. Voetballen, ach joh, het moet leuk blijven. Extra trainen? Nee dat zit er niet in. De training zelf? Vaak te laat vanwege het avondje stappen en alle leuks wat je daar hebt ingenomen en wat je daarna in bed hebt aangetroffen. Discipline? Dat is iets voor oudere mensen. Hee, ik ben het talentje, niet jij trainer! Het spelertje denkt groot van zichzelf. Weet wat hij kan. Maar heeft geen ambitie om verder te komen. Snapt ook niet dat talent verbetert kan worden door er extra aandacht aan te geven. Waarom komen veel spelertjes jong bij profclubs, maar breken ze niet door? Vaak door dit soort oorzaken.

Te weinig focus
Is een speler dan wel doorgebroken, dan kan het hem ontbreken aan focus. Met het grote geld dat hij als doorgebroken talent verdient, weet hij wel raad. Voldoende vrienden en vriendinnen om hem heen. Kom op, het is feest vandaag. We gaan erop los. Training en trainers. Die horen erbij. En die moet je zoveel mogelijk ontwijken. De kantjes eraf lopen. Vaak onbewust, helaas. Zo las ik een interview met Antonio Cassano, die in zijn loopbaan uitkwam voor onder meer AS Roma, AC Milan, Internazionale en Real Madrid.

De Italiaanse aanvaller zal voornamelijk herinnerd worden door zijn reputatie als bad boy. Dat weet de bij vlagen onhandelbare Cassano zelf beter dan wie dan ook. 
"Ik hoor al meer dan tien jaar mensen roepen dat ik mijn talent verspild heb. Ze hebben allemaal gelijk. Ik heb mezelf naar de klote geholpen", vertelt Cassano, tegenwoordig actief bij Sampdoria, volgens Voetbal International in een interview met Mediaset. 
"Ik ben lui. Ik heb nooit het beste uit mezelf gehaald. Ik ben er pas de laatste paar jaar achter gekomen dat trainers nooit het probleem zijn geweest in mijn carrière. Het probleem dat was ik al die tijd zelf", vervolgt het enfant terrible. 
"Als ik onder een strenge coach werkte, gedroeg ik me als een rebel. Als ik onder een zachtaardige coach werkte, liep ik er de kantjes vanaf. Ik heb nooit mijn best gedaan en ben daar te laat achtergekomen.

Om te kunnen doorbreken heb je dus een zekere doelgerichtheid nodig. Niet alleen het aangeboren talent, maar ook de wens om daar iets uit te halen. Een artikel op Sportscience.blog haalt sportpsycholoog K. Anders Ericsson aan, die al meer dan twintig jaar de stelling verdedigt dat "deliberate practice – ofwel intensieve doelgerichte training onder deskundige begeleiding – en niet “natuurlijke aanleg” de bepalende factor is voor excellent presteren. Niemand zal ontkennen dat je keihard moet werken en veel uren moet maken om de top te bereiken, maar dat natuurlijke aanleg geen rol speelt in dit verband, zullen weinig mensen onderschrijven. Zo zijn sporters met bepaalde fysieke kenmerken (lengte, lichaamsbouw, spieren, etc.) bij bepaalde sporten in het voordeel, en zijn bepaalde kwaliteiten (zoals reactiesnelheid) moeilijk trainbaar."

Goede en intensieve begeleiding, gepaard met een spartaanse wil om gefocust het doel te willen halen. We zien het bij topsporters die richting de Olympische Spelen toewerken. Alles laten ze om dat ene doel te bereiken. Hun talent zo te etaleren, dat ze het hoogst haalbare bereiken. Sociale contacten, leuke uitstapjes, mooie vakanties. Alles wordt opzij gezet voor dat ene doel.

Te vroeg gepiekt
Talent kan ook te vroeg worden ontdekt. En tegenwoordig gebeurt het dan al snel dat talent veel te vroeg "uit het nest" wordt gehaald. Ze gaan voor het grote geld. Worden weggekocht door een grote club. Waar ze zichzelf moeten bewijzen. Maar doordat ze nog zo jong zijn, hebben ze nog niet geleerd in de grote wereld te vechten. Ze zijn omringd geweest met mensen die hun talent verafgoodden. Ze zijn in de watten gelegd. En nu moeten ze concurreren met "de grote jongens". Geen idee hoe je dat doet. Geen ruggengraat helaas. Makkelijk bij de pakken neerzitten. Laat het er maar bij zitten. Ze krijgen te weinig speelmomenten. Het briljantje wordt weggegooid. Niemand gebruikt het. En als ze de kans krijgen om aan een mindere club verhuurd te worden, om speeltijd te krijgen en ervaring op te doen, vinden ze zichzelf te groot om bij zo'n clubje te gaan spelen. Uiteindelijk verdwijnen ze via de achterdeur en als ze geluk hebben, komen ze ergens in de subtop toch nog goed terecht. Wie kent Castaignos of Maduro nog?

Psychologische oorzaken
Veel is ook terug te voeren op psychologische oorzaken. De eerder genoemde blog noemt drie andere oorzaken, afkomstig uit een onderzoek onder jeugdvoetballers van Ajax:

- Doelcommitment
"Het gaat erom wat je ècht wilt. Wat heb je ervoor over? Hoeveel wil je er voor laten? In vergelijking met de minder succesvolle voetballers stonden de succesvolle spelers sterker achter hun doelen. Zij hechtten meer belang aan hun doelen en ze hadden er meer voor over om hun doelen te bereiken. Duidelijk kiezen en volledig gaan voor ogenschijnlijk onhaalbare doelen (“de top bereiken”) lijkt dus een essentiële voorwaarde voor succes."

- Oplossingsgerichtheid
"Sporters die uiteindelijk de top bereiken maken vanzelfsprekend de mooie momenten mee die een succesvolle loopbaan kenmerken. Minder of niet zichtbaar zijn de tegenslagen waar sporters onvermijdelijk mee te maken krijgen. Ook succesvolle sporters verliezen belangrijke wedstrijden, belanden wel eens op de reservebank, raken geblesseerd, hebben conflicten met teamgenoten, trainers, vrienden of pers. Cruciaal is hoe ze hiermee omgaan. Een belangrijke stelregel bij problemen is dat je – wanneer mogelijk – het probleem daadwerkelijk aanpakt, en niet vermijdt of door laat sudderen. In vergelijking met de minder succesvolle spelers waren de succesvolle voetballers sterker geneigd om problemen aan te pakken, de oorzaak van het probleem weg te nemen, of het gesprek aan te gaan met betrokkenen wanneer zich een probleem voordeed. Dit kwam hun prestaties ten goede."

- Goede en gezonde steun in de sociale omgeving
"Succes bereik je veelal niet alleen. (Toekomstige) topsporters hebben anderen nodig zoals trainers, coaches, managers, bestuursleden, vertegenwoordigers van de bond, etc., die het proces naar de top initiëren, vormgeven, begeleiden, ondersteunen of faciliteren. Maar ook in de privésfeer is sociale steun onontbeerlijk. Voor jeugdsporters is in dit verband een belangrijke rol weggelegd voor de ouders wiens rol overigens niet onomstreden is. Iedereen kent de verhalen van jeugdsporters die gedrild en onderdrukt werden (of worden) door hun ouders. Velen vielen (mede) daardoor af, weinigen haalden desondanks de top.
Echter, sporters die uiteindelijk de top halen, blijken in de meeste gevallen een goede relatie met hun ouders te onderhouden. In interviews geven velen aan dat ze heel veel hebben te danken aan hun ouders die er altijd waren wanneer nodig, financiële offers brachten, voor vervoer e.d. zorgden, op een positieve manier stimuleerden, en de juiste waarden en normen bijbrachten. Veel onderzoek laat dan ook zien dat ouders voor jeugdsporters een onmisbare bron van sociale steun zijn. Ook de succesvolle jeugdvoetballers van Ajax gaven meer dan hun minder succesvolle generatiegenoten aan dat ze een goede relatie hadden met hun ouders. In het algemeen ervoeren ze meer sociale steun, van hun ouders, maar ook van anderen, zoals familieleden en vrienden."


Conclusie
Het is kortom heel makkelijk om je talent te verspillen. Of je doet er niets mee, omdat je het niet onderkent. Of je veronachtzaamt het, omdat je andere dingen leuker vindt. Of je gaat te snel, waardoor jijzelf de snelheid van je talent niet kunt bijhouden, waardoor je onderuit gaat, moreel of sportief. En dan zijn er nog tal van psychologische factoren die een talent onderuit kunnen halen.

Wat zonde, zeggen we achteraf. Maar gezien het voorgaande is het niet meer dan logisch dat zoveel jong talent verloren gaat.

Wat dit wil zeggen voor ander talent. Daar wil ik in een volgend blog op ingaan.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten